Switch

Ondanks de ondersteuning die wij bieden kan het zijn dat het voor de leerling toch even niet lukt.
Een docent kan de leerling dan, na het geven van een time-out, voor 10 minuten naar het switchlokaal laten gaan.
In sommige deelafdelingen kan de leerling zelf ook aangeven dat hij/zij naar de switch wil gaan, dat moet echter altijd in overleg met de docent.
Het switchlokaal is een prikkelarme ruimte waar altijd een switchmedewerker aanwezig is. De leerling kan hier even tot rust komen en/of wordt gestimuleerd om zelfstandig na te denken over een mogelijke oplossing. Voor het instromen in de klas wordt altijd een kort gesprek gevoerd waarin zowel de leerling als de (vak)docent zijn/haar kant van de situatie belicht. Switchen is dus een gezamenlijke inspanning van leerling en (vak)docent met als doel bij terugkomst in de klas weer op een positieve manier deel te kunnen nemen aan de les.
Switchen is een werkwoord. Leerlingen komen in het switchlokaal om (hoog)opgelopen emoties als boosheid, verdriet, drukte, agressie te laten zakken. Pas dan kunnen ze switchen en nadenken over de volgende vragen: Wat gebeurde er? Wat kan je doen/heb je nodig om in de klas te blijven. De leerling krijgt tijdens het maken van een ‘Switch’ en het voeren van het gesprek met de docent inzicht in de reden waarom het even niet lukte en denkt na over mogelijke oplossingen. Regels omtrent de inzet van een switch zijn te vinden in het switchprotocol.